Stumpergasse

Waar het precíes is geweest, valt vast en zeker te achterhalen. Je hoeft in een zoekmachine op internet maar ‘Hitler’ en ‘Stumpergasse’ in te vullen, en je weet dat hij op nummer 31 woonde, dat hij een jaar of zestien was, en dat hij in die tijd moeite deed om aangenomen te worden op de kunstacademie.

De Stumpergasse, daar woon ik. Als ik een biertje ga drinken aan het eind van de straat, kom ik langs het bewuste huis. Tegenover kapsalon Happy Hair en een winkel voor slakken en spinnen. Op de begane grond is een hiphop-speciaalzaak. Ik heb er al eens in de etalage staan kijken, maar ik kan me niet herinneren dat ik iets gezien heb.

Ergens daarboven moet het dus geweest zijn. Misschien aan de straatkant, misschien aan de hof-kant. Ik denk er vaak aan als ik door mijn straat loop. Dat hij misschien ook wel met zijn handen op zijn rug liep. Dat hij misschien ook wel naar het plaveisel liep te staren, peinzend over god weet wat. Ook over de stoep voor mijn huis, langs mijn deur moet hij gelopen hebben.

Het is een lange, stille straat, de Stumpergasse. Weinig mis mee verder. Het zou raar zijn geweest de straat af te breken, nadien. Inmiddels zijn we een kleine honderd jaar verder. Ik neem aan dat in ieder geval zijn portiekdeur vervangen is.

Wenen, 22 december 2003