Nog lang niet af

De winkels zijn dicht, de straten raken leeg en de zon gaat nog lang niet onder. Aan de Prinsessewal gooit een vrouw haar jas in de auto voor ze die op slot doet, op terrassen strekken mensen hun benen en in de Paleistuin wordt gepicknickt. Een werkkoffer ligt op zijn kop in het gras, een jongen speelt gitaar, een meisje loopt een eindje op haar handen – en valt lachend om.

Zo’n avond is het. En de democratie doet haar werk. De roltrap in het Kamergebouw rolt, beveiligers beveiligen, een cameraploeg wacht op nieuws. In de plenaire zaal is een debat gaande. De woordvoerder van de kleine christenen rondt zijn betoog af, de minister tekent poppetjes in de kantlijn van haar dossier en de woordvoerder van de liberalen werkt zijn e-mail bij op z’n iPad.

‘s Middags bij het vragenuurtje, ja dan is het druk. Met de gangen vol microfoons, de Kamer vol leden en de tribune vol scholieren gaat politiek als vanzelf. Nu is de Kamer leeg, is de tribune een lijnenspel van trapjes en opgeklapte stoeltjes en moeten de woordvoerders de energie uit zichzelf halen. En uit hun overtuigingen natuurlijk. Ja! Dat Nederland “anders en beter” moet bijvoorbeeld. De woordvoerder van de sociaal-liberalen springt op uit zijn stoel en spoedt zich naar het spreekgestoelte, met het elan en de vlotheid waar zijn partij voor staat.

Het is zomaar een dinsdagavond in het Kamergebouw. De roltrap rolt, de liberaal is halverwege zijn mail en de sociaal-liberaal heeft amper zijn eerste punt gemaakt, of daar meldt zich de woordvoerster van de socialisten zich bij de interruptiemicrofoon. Ze draagt een zwart shirtje met een gebloemde rok en bijpassende hakschoentjes. Kleding waarmee ze zich alleszins op een terras zou kunnen vertonen. Maar ja, de democratie hè? En de christen-democraten, de gereformeerden, de populisten, de groenen: ze moeten allemaal nog aan het woord komen.

Heus, er mag geluk heersen op terrassen en in plantsoenen, maar Nederland is nog lang niet af.