Terwijl mijn computer zonet voor het eerst in dit nieuwe jaar opstartte, hield ik mijn toetsenbord op zijn kop en schudde het heen en weer. Het was, eh, interessant om te zien wat er zich het afgelopen jaar tussen de toetsen had opgehoopt, en wat er op mijn bureau belandde. Omdat er bij een nieuw jaar goede voornemens horen, besloot ik niet meer achter mijn computer te lunchen. En voor de zekerheid haalde ik ook nog even een fris doekje over mijn toetsenbord.
Aangenaam kennis te maken. Ik ben Ralph Aarnout, vertaler van beroep. Boekvertaler van beroep kan ik misschien beter zeggen. Want hoewel ik daar misschien meer geld mee zou kunnen verdienen, vertaal ik geen handleidingen, brochures en contracten, maar boeken. En dan geen studieboeken en wettenbundels, maar mooie boeken. Non-fictie en literatuur. De boeken die je in de boekwinkel ziet liggen en meteen wilt afrekenen, om er thuis mee in een gemakkelijke stoel te gaan zitten.
Bij het aanbreken van mijn kerstvakantie maakte ik een stadswandeling door Amsterdam-Noord met collega-vertaler Herman. Natuurlijk deden we ook even Over het water aan, de sympathieke lokale boekhandel. Niet omdat we om leesvoer verlegen zaten, maar omdat er weinig leuker is dan een door jou vertaald boek op een mooi plekje in een boekhandel te zien liggen. Beleefd zwijgend stapten we langs de boekentafels en speurden we de boekenkasten af. Maar nee, verdorie. De boeken die we vlijtig hadden zitten vertalen en die pas verschenen waren, waren nergens te vinden.
Ik wilde de boekhandel al verlaten en vergeten, licht onthutst natuurlijk, maar Herman trok de stoute schoenen aan en vertelde de boekhandelaar hoe de vork in de steel zat. We waren vertalers en we waren op zoek naar ‘onze’ boeken. Waarom lagen die er niet? Ze waren toch net verschenen? En ze waren toch uitstekend gerecenseerd en van prominente auteurs?
Vanachter onze mondkapjes raakten we in een geanimeerd gesprek verwikkeld over het verkopen, uitgeven en vertalen van boeken. Over uitgeefmodes, over de invloed van recensenten, over klantentypes, vertaalstrategieën en de tsunami van boeken die na de eerste coronagolf over de boekhandels heen was gespoeld en waarin onze boeken wellicht verdwenen waren.
We waren nog lang niet uitgepraat, maar er druppelden nu ook klanten de winkel binnen die wél boeken wilden kopen, dus namen we afscheid van de boekhandelaar en vervolgden we onze wandeling. Het werd een indrukwekkende tocht door al dan niet gegentrificeerde volksbuurten en langs vervallen industrieterreinen, massale nieuwbouw en braakliggende gronden die niet lang meer braak zouden liggen.
Ja, zo is het natuurlijk, dacht ik. Waar niets is, kan iets komen. Alles verandert en niets spreekt voor zich. Voor je het weet, staat er in de leegte een zinderend stuk stad. En dat een boek níet in een boekhandel ligt, is ook een mooi verhaal. Je kunt je mond houden en je in anonimiteit hullen, omdat je een vertaler bent en omdat vertalers nou eenmaal onzichtbaar zijn. Maar je kunt ook gewoon eens je mond opentrekken en zeggen dat je vertaler bent.
En omdat er een nieuw jaar aan zat te komen, nam ik me voor dat zo nu en dan te doen.
Op de hoogte blijven van mijn blog? Schrijf je in voor de nieuwsbrief.