Tussen twee klussen

Sorry mensen, ik kon het niet laten. Ik móest even orde op zaken stellen, ik kon het niet aanzien hoe slordig de Pfeijffers, de Bronwassers en de Van Dissen opgestapeld lagen. En bij de vertaalde fictie had een storm gewoed, leek het wel. Ik zit tussen twee klussen, ik had de tijd aan mezelf, dus ik fatsoeneerde de tafels in mijn lievelingboekhandel maar even. En de poëziekast, want ik geloof niet dat daar vaak mensen naar omkijken.

Misschien heb ik te weinig omhanden op het moment, maar misschien moet ik er toch eens iets mee, die terugkerende droom waarin ik in een boekhandel werk. Mijn literaire dweepzucht, mijn boekenfestisj en mijn opruimneigingen: waar zouden ze beter van pas komen? En waar zou ik mijn vertalerseenzaamheid beter kunnen doorbreken? Al kopen ze wat er bovenaan staat in de bestseller 60, boekenkopers zijn de leukste mensen die er zijn.

Ik heb hard gewerkt om een plekje in de vertalerij te veroveren. Maar nu ik een jaar of wat van de ene klus naar de volgende hol, denk ik wel eens: is het niet al te eenzaam? Het kauwen op redeneringen, het slijpen aan zinnen, het zoeken naar woorden, het wikken en wegen van punten en komma’s: achter elke keuze gaan nieuwe werelden schuil. Fascinerend. Fantastisch. Maar als ik in gedachten een paar stappen achteruit doe, en mezelf zie zitten achter mijn computer: dan lijkt het toch wat eenzijdig werk.

Moet ik redacteur worden, misschien? Ik vind het vaak knap lastig om een tekst uit handen te geven. Uitgevers zitten niet op adviezen over flaptekst, vormgeving en publiciteit te wachten, dat is hún werk, ik weet het. Ik hou me in. Vertalen past bij me, maar soms lijkt mijn takenpakket de jas waar mijn oudste dochter op het moment in loopt. Het ding is van vorig jaar en ze is nu tien en al bijna volwassen, de mouwen komen tot halverwege haar polsen. We zullen al tijden naar de winkel, maar het komt er steeds niet van.

Dit weekend gaan we een nieuwe jas kopen. Echt. Mijn dochter roept er ook hard genoeg om. Of ik die andere koe ook gauw bij de hoorns ga vatten en op korte termijn sollicitatiebrieven ga versturen, weet ik nog niet. De komende weken vermaak ik me wel, ik heb nog wat ongelezen boeken liggen.

Begin december krijg ik de pdf van mijn nieuwe klus en de maanden daarna hoef ik over weinig anders meer na te denken dan over de volgende zin, en de volgende zin – enzovoort. Ik verheug me er alweer op, het is heerlijk werk natuurlijk. Laat ik nu vooral uitrusten, dan droom ik over een paar maanden wel weer verder.


Geschreven voor Boekblad.nl. Foto door Natalia Romaye (CC BY-NC-ND 2.0). Op de hoogte blijven van mijn blog? Schrijf je in voor de nieuwsbrief, of volg me op of LinkedIn.

Zoveel inlevingsvermogen

Aan het eind van het jaar raak ik soms verstrikt in goede voornemens. Minder snoepen, meer sporten: de bekende oliebollenwroeging. De echte goede plannen komen in de zomervakantie, ook dit jaar weer. Klaplopend op het strand van Terschelling nam ik het me voor: ik ging minder tijd laten verdampen en eindelijk werk maken van de droom die ik nu al jaren voor me uit schoof.

Zo komt het dat ik de afgelopen weken flink wat in koffiezaakjes en op parkbankjes heb zitten werken, in de buurt van de sport- en hobbyclubs van mijn dochters. De wachttijd tussen het halen en brengen van de dames beliep soms een uur of zes per week, had ik becijferd. Haast een werkdag. Als ik die tijd nuttig besteedde kon ik, over een heel jaar genomen… Enzovoort.

Waar je achter komt als je buiten de deur zit te tikken, is hoe overzichtelijk vertaalwerk eigenlijk is. Wat nou papieren woordenboeken en naslagwerken? Wat nou ergonomische werkplek? Als je zo nu en dan van houding wisselt, kun je overal aan de slag. Op parkbankjes en in sportkantines desnoods, meer dan een laptop en een internetverbinding heb je niet nodig.

Maar wat je ook ontdekt, is hoe complex vertaalwerk eigenlijk is. Wat voor idiote gezichten je trekt als dat ene woord waarvan je wéét dat het bestaat zich niet aandient. In wat voor gefrons je verzinkt. Hoe je zit te mompelen. Hoe je empathisch meebeweegt met je personages en hoe je wapperend en gebarend melodie en ritme van je zinnen dirigeert. Ta-dam, ta-dam! Vier let-ter-gre-pen! Ja, ja en dan eindigen met een KNAL!

Au, shit. Zo sla je je een glas water van tafel. En zo zit je je te schamen voor je wereldvreemde gemompel en voor de gekke bekken die je hebt zitten trekken. Grote ogen bij je terrasgenoten als je weer uit je wolk van concentratie neerdaalt. ‘Is alles goed met u, meneer? Zal ik een nieuwe spa rood brengen?’

Laatst las ik een wat wonderlijk Boekblad-stukje over de verwachtingen die sommige uitgevers koesteren over ‘vertaalcomputers’. Over boeken die in een half uur vertaald zouden zijn, in plaats van in ettelijke weken ­– en dan nog beter ook. Ik zat er vrolijk bij te grinniken, maar de angst sloeg me ook om het hart. Echt? Waren er uitgevers die zo oppervlakkig dachten? En die zo slecht lazen? En die zo’n verachting hadden voor lezers?

Ja, vast en zeker valt er winst te boeken met computer-gegenereerde vertalingen. Ik heb ook niet onder een steen gelegen en ik vind de mogelijkheden van AI óók fascinerend. En ja, ChatGPT is een blijvertje. Dus laten we proberen er ons voordeel ermee te doen.

Maar mijn terras-, park- en sportkantine-ervaringen van de afgelopen weken hebben me ook weer met nieuwe ogen naar mijn werk laten kijken. Hoe ik prevelend en dirigerend in andere werelden beland bij mijn werk. Op mijn eenzame  vertaaltroon thuis had ik het niet meer zo in de gaten, maar zoveel inlevingsvermogen komt er kennelijk bij vertaalwerk kijken.

Uitgevers, lezen jullie mee? Misschien een goeie vraag om te stellen, de volgende keer dat jullie een vertaalklus uitbesteden: of de vertaler in kwestie wel eens goeie voornemens heeft. Ik hou de mijne een week of vijf vol inmiddels. Ik ben trots. Maar mocht je me binnenkort toch zonder laptop in een sportkantine zien zitten, dan zal ik óók trots zijn. Trots dat ik geen vertaalcomputer ben.


Geschreven voor Boekblad.nl. Op de hoogte blijven van mijn blog? Schrijf je in voor de nieuwsbrief, of volg me op of LinkedIn.

De vertaler en de steen der wijzen

Deze zomervakantie strandde mijn oudste dochter in Harry Potter. De eerste vier delen waren razend spannend, maar in deel vijf stonden haar te veel moeilijke woorden. Ze snapte niet meer wat ze las, besloot ze. Met een spijtige blik zette ze het boek terug in de kast. De frustratie. Zo’n fantastische serie – en dat je het hem dan niet kunt uitlezen!

Haar jongere zusje is inmiddels aan het laatste deel begonnen. ‘Maar welke woorden begrijp je dan niet?’ vroeg die verwonderd. ‘Het zijn toch spannende verhalen?’ Toen ze zich samen over een lastige bladzijde uit deel vijf bogen, bleek dat de jongste die moeilijke woorden óók niet kende, maar er vrolijk overheen had gelezen. Ze had er haar eigen betekenis aan gegeven.

Vertalen is een gevecht met die beide leeshoudingen. Soms, best vaak eigenlijk, vind ik mijn werk onmogelijk. Als ik me weer eens in een nieuw onderwerp, een nieuwe stijl en een nieuwe wereld aan het inwerken ben, denk ik: ik ben hier niet belezen genoeg voor, ik heb de levenservaring niet, ik kán dit niet. Maar als ik een tijdje aan het werk ben en een paar mysteries heb ontrafeld, zie ik de zaak weer van de positieve kant. ‘Ralph jongen,’ spreek ik mezelf dan toe, ‘als het allemaal zo gemakkelijk was, was het een avontuur van niks. Hup, tikken met die geit!’

Soms is vertalen een eenzame bezigheid, soms voel je je een halve projectmanager. Mijn laatste klus was een dik boek vol specialistische terminologie, waarvoor mijn co-vertaler en ik de hulp inriepen van een klein legertje meelezers: collega-vertalers, familie, vrienden, kennissen en volslagen onbekenden (‘Ja, als ik het mailadres van die buurvrouw van je zus kan krijgen, heel graag.’) De auteur beantwoordde onze vragen uitvoerig en we kregen feedback vanuit de uitgeverij en van een kundige persklaarmaker en een corrector. Uit alle hoeken kwamen nuttige inzichten en iedereen had zijn eigen kwaliteiten – en blinde vlekken.

Vooral die blinde vlekken geven me hoop. Dat ook eindeloos ervaren collega’s dingen niet weten en dat ook acribische persklaarmakers zaken over het hoofd zien, vat ik graag op als een aansporing om door te gaan met vertalen. Niemand weet alles, niemand overziet een boek in zijn geheel, iedereen leest op zijn eigen manier. Iedereen legt zijn eigen accenten, iedereen leest zijn eigen boek.

De zomervakantie zit erop. De kinderen zitten weer in de schoolbankjes, het is weer stil in huis. Ik ben begonnen met een nieuw boek. Ik ga weer wanhopen zoals mijn oudste dochter bij woorden die ik niet ken en bij de zinnen waar ik geen equivalent voor kan verzinnen. Ik ga me weer zitten verbijten achter mijn computer. Maar ik ga me ook laten meeslepen, zoals mijn jongste dochter zich door J.K. Rowling laat meeslepen. Wat is er heerlijker dan dat? Hoera, de zomervakantie is voorbij, ik kan weer aan het werk. Ik ga weer op zoek naar de steen der wijzen.


Geschreven voor Boekblad.nl, foto afkomstig van Wikipedia. Op de hoogte blijven van mijn blog? Schrijf je in voor de nieuwsbrief, of volg me op of LinkedIn.

Rode ogen, zere polsen

Heeft er iemand een glaasje water? Een krukje om even op te zitten? Ik heb net een vertaling af, ik ben wat duizelig. Vier maanden ben ik van de wereld geweest, heb ik rondgezwommen in verhalen over de Republiek van Weimar. Mooie, meeslepende verhalen, over… over…

Nee, een glaasje sinaasappelsap is misschien beter. Als ik mijn suikerspiegel een eindje opkrik, kom ik wel weer bij mijn positieven.

In februari sprongen mijn co-vertaler en ik erin, de vertaling van een schitterend boek over wat wij in Nederland het interbellum noemen – en dat dan in Duitsland. Ja, schitterend was het, maar niet makkelijk. De eerste baantjes zwommen we nog rustig. Een nieuwe klus is aftasten, uitproberen. Waar zaten de eigenaardigheden van de stijl? Hoe gingen we de taken verdelen? Wanneer wilden we de eerste hoofdstukken af hebben? Zat onze badmuts goed? Liep er geen water in onze zwembril?

Al snel kwamen we erachter dat we écht voor een behoorlijk pittige klus hadden getekend en dat er een tandje bij moest als we de planning wilden halen. Er gingen wat afspraken uit mijn agenda. En nog een paar afspraken. Het voorlezen op de school van mijn dochters. De uurtjes in de buurtmoestuin. Kroegavondjes met vrienden. ‘Sorry mannen, vertalen is topsport.’

Half juni is het inmiddels, ruim vier maanden heb ik weinig anders gedaan dan vertalen. Weekends, vakanties, avonden – nu eens met rugpijn, dan weer met rode ogen of zere polsen. Had ik al gezegd dat het een pittige kluif was? En 550 pagina’s, 135.000 woorden? Eindeloze stromen e-mail gingen er heen weer, eindeloze reeksen commentaren in gedeelde documenten. Nog een baantje. Nog een baantje. Even aantikken en weer door.

Niet om zielig te doen hoor, want het is ook gewoon lekker om in een klus op te gaan. Een veel duidelijker doel kun je niet hebben in je leven. En we kregen de slag heel aardig te pakken met zijn tweeën. Volgens mij hebben we puik werk afgeleverd.

Ik schrik er alleen een beetje van hoe ver ik van de wereld ben geweest al die maanden. Verdraaid, ja, we hebben onze deadline gehaald. En nu? In de echte wereld liggen vast een paar klusjes op me te wachten. Zou de buurtmoestuin erg verwilderd zijn? En zouden mijn vrienden me nog herkennen?


Geschreven voor Boekblad.nl, foto afkomstig van PxFuel. Op de hoogte blijven van mijn blog? Schrijf je in voor de nieuwsbrief, of volg me op of LinkedIn.

Een inbox vol e-boeken

Laat ik meteen toegeven: ik ben zelf ook niet vrij van zonden. Ik heb een harde schijf vol ‘gevonden’ muziek. Van lang geleden, uit de tijd vóór Spotify. Als ik iets voorbij hoorde komen op de radio of iets las over een interessant album, wist ik dat vaak wel op te snorren op een peer-to-peer site of in een nieuwsgroep. Ja, ook ik ben een dief. Alhoewel: van de albums die ik na honderd speelbeurten nog steeds mooi vond, heb ik er later heel wat nog op cd gekocht. En ik heb veel geld uitgegeven aan concertkaartjes en merchandise van artiesten die ik aanvankelijk had bestolen.

Maar nu. Laatst heb ik even een indringend gesprek gehad met mijn moeder. Ze kon niet meer bij haar mail en vroeg of ik even wilde meekijken. Haar probleem was met een paar muisklikken opgelost en ze stelde vast dat er geen mails verloren waren gegaan. Wat natuurlijk heel fijn was. Maar toen we samen door haar mailbox klikten, sloeg de schrik me om het hart. Alleen bij de subjectregels al. ‘Epubs Houellebecq’. ‘Alles van Sally Rooney.’ ‘Leesgroep volgende maand: Alexandra, Lisa Weeda’.

Ja, het was ‘een soort van gestolen waar’, dat wist mijn moeder ook wel. Alhoewel: je kon boeken toch ook gratis in de bibliotheek lenen? Of ze lezen in de bibliotheek-app? Nee, nee, helemaal in de haak was het niet. Maar zó gebruiksvriendelijk was die bibliotheek-app nou ook weer niet. En die e-books kwamen zomaar aanwaaien in de mail. Ze vroeg er niet eens om, bezwoer ze. En hoe de vriendinnen uit haar leesgroep (70+, afgeloste hypotheek, caravan, vrijwilligerswerk) eraan kwamen, wist ze niet. Alleen van Marja wist ze dat die een ‘handige zoon’ had.

Mijn eigen lieve moedertje is het probleem natuurlijk niet. Als de gemiddelde Nederlander evenveel uitgeeft aan boeken als zij, hebben binnenkort alle boekverkopers een tweede huis in Frankrijk, rijden alle uitgevers in een elektrische Hummer, laten alle schrijvers hun gedroomde dakopbouw plaatsen – en kunnen de vertalers van Nederland  hun energierekening direct weer betalen. Echt, ik heb een topmoeder. Maar dat haar mailbox volstaat met spullen die ‘van de vrachtwagen zijn gevallen’ vind ik wel wat ingewikkeld.

Is het tijd voor een Spotify voor boeken? Als lezer zeg ik: ja, alsjeblieft. Maar dan dus wel echt een Spotify, waar ik met één muisklik alles vind – niet alleen Nederlandstalig werk, van een paar enthousiaste uitgevers. Als vertaler zeg ik: als jullie het maar laten, beste uitgevers! Musici kunnen hun concertkaartjes, hun T-shirts en hun limited edition LP’s een tientje duurder maken. Maar welke andere inkomstenbron moet ík aanboren? T-shirts met mijn naam erop? Mijn moeder zou er misschien wel een kopen. Maar ik zie de dames uit haar leesgroep er nog niet in lopen.


Geschreven voor Boekblad.nl, foto afkomstig van PxFuel. Op de hoogte blijven van mijn blog? Schrijf je in voor de nieuwsbrief, of volg me op of LinkedIn.