De vertaler en de steen der wijzen

Deze zomervakantie strandde mijn oudste dochter in Harry Potter. De eerste vier delen waren razend spannend, maar in deel vijf stonden haar te veel moeilijke woorden. Ze snapte niet meer wat ze las, besloot ze. Met een spijtige blik zette ze het boek terug in de kast. De frustratie. Zo’n fantastische serie – en dat je het hem dan niet kunt uitlezen!

Haar jongere zusje is inmiddels aan het laatste deel begonnen. ‘Maar welke woorden begrijp je dan niet?’ vroeg die verwonderd. ‘Het zijn toch spannende verhalen?’ Toen ze zich samen over een lastige bladzijde uit deel vijf bogen, bleek dat de jongste die moeilijke woorden óók niet kende, maar er vrolijk overheen had gelezen. Ze had er haar eigen betekenis aan gegeven.

Vertalen is een gevecht met die beide leeshoudingen. Soms, best vaak eigenlijk, vind ik mijn werk onmogelijk. Als ik me weer eens in een nieuw onderwerp, een nieuwe stijl en een nieuwe wereld aan het inwerken ben, denk ik: ik ben hier niet belezen genoeg voor, ik heb de levenservaring niet, ik kán dit niet. Maar als ik een tijdje aan het werk ben en een paar mysteries heb ontrafeld, zie ik de zaak weer van de positieve kant. ‘Ralph jongen,’ spreek ik mezelf dan toe, ‘als het allemaal zo gemakkelijk was, was het een avontuur van niks. Hup, tikken met die geit!’

Soms is vertalen een eenzame bezigheid, soms voel je je een halve projectmanager. Mijn laatste klus was een dik boek vol specialistische terminologie, waarvoor mijn co-vertaler en ik de hulp inriepen van een klein legertje meelezers: collega-vertalers, familie, vrienden, kennissen en volslagen onbekenden (‘Ja, als ik het mailadres van die buurvrouw van je zus kan krijgen, heel graag.’) De auteur beantwoordde onze vragen uitvoerig en we kregen feedback vanuit de uitgeverij en van een kundige persklaarmaker en een corrector. Uit alle hoeken kwamen nuttige inzichten en iedereen had zijn eigen kwaliteiten – en blinde vlekken.

Vooral die blinde vlekken geven me hoop. Dat ook eindeloos ervaren collega’s dingen niet weten en dat ook acribische persklaarmakers zaken over het hoofd zien, vat ik graag op als een aansporing om door te gaan met vertalen. Niemand weet alles, niemand overziet een boek in zijn geheel, iedereen leest op zijn eigen manier. Iedereen legt zijn eigen accenten, iedereen leest zijn eigen boek.

De zomervakantie zit erop. De kinderen zitten weer in de schoolbankjes, het is weer stil in huis. Ik ben begonnen met een nieuw boek. Ik ga weer wanhopen zoals mijn oudste dochter bij woorden die ik niet ken en bij de zinnen waar ik geen equivalent voor kan verzinnen. Ik ga me weer zitten verbijten achter mijn computer. Maar ik ga me ook laten meeslepen, zoals mijn jongste dochter zich door J.K. Rowling laat meeslepen. Wat is er heerlijker dan dat? Hoera, de zomervakantie is voorbij, ik kan weer aan het werk. Ik ga weer op zoek naar de steen der wijzen.


Geschreven voor Boekblad.nl, foto afkomstig van Wikipedia. Op de hoogte blijven van mijn blog? Schrijf je in voor de nieuwsbrief, of volg me op of LinkedIn.