Weblog

Recensie: Fatma Aydemir

Voor literaire website Tzum recenseerde ik Schimmen, de nieuwe roman van Fatma Aydemir, over een ontwortelde Turks-Duitse familie.

In opzet is Schimmen een prachtig boek, er gaat een klassieke familie- en migratieroman in schuil. De uitwerking is echter nogal schematisch; in mijn recensie probeer ik duidelijk te maken wat er aan schort. Maar ik kraak ook een harde noot: de vertaling van het boek is niet best. Ik heb getwijfeld of ik daar op in moest gaan. Want wie ben ik om mijn collega-vertalers de maat te nemen?

Als vertalers doen we ons best om aandacht te krijgen voor ons werk. Natuurlijk, alle eer voor de auteur van een boek. Maar het is ook goed als lezers erop gewezen worden dat boeken niet vanzelf in het Nederlands verschijnen. Dat dat mensenwerk is – en waarschijnlijk ook nog een hele tijd blijft. Google translate en consorten zijn handig als je op vakantie bent, maar romans moet je ze echt niet laten vertalen.

We pleiten bij uitgevers voor vermelding van onze naam op boekomslagen, we attenderen media erop als ze de naam van de vertaler vergeten te vermelden. En we roeren ons op sociale media met hashtags als #noemdevertaler en #roemdevertaler. Niet omdat we zo graag in de spotlights willen staan, maar omdat we ons beroep serieus nemen.

Als een vertaler zijn werk goed doet, is het mooi als daar aandacht voor is. Als een vertaler zijn werk niet goed doet, moet dat ook gezegd worden. Wie ik ben om een collega-vertaler te bekritiseren? Een vertaler die zijn vak serieus neemt. Een lezer die het geweldig vindt dat er zoveel boeken vertaald worden, en die het belangrijk vindt dat er kritisch naar de kwaliteit van vertalingen gekeken wordt. Uit liefde voor de literatuur.

Lees de recensie hier.

Brief 4: “Kinderen van Rotterdammers leven korter.”

Aan iedereen die deze zomer geen ansichtkaart van me heeft gekregen: sorry, ik ben meer van de brieven. En omdat mijn tijd beperkt was, heb ik maar één brief geschreven. Aan Ahmed Aboutaleb, mijn burgemeester. Maar iedereen die dat wil, mag meelezen.

Vanuit een paradijslijke tuin in Gemünden (Hessen, Duitsland) beschreef ik Aboutaleb mijn weerzin om terug te keren naar het permanente verkeersinfarct dat Rotterdam heet.

“Op pakjes sigaretten staan afbeeldingen van zwarte tanden en rottende organen. Wat zou er op de verpakking van Rotterdam staan als je het bij de kiosk op de hoek kon kopen? Afgerukte ledematen. Mensen met beademingsapparaten. Bleke, obese kinderen, opgesloten in een cel met een gameconsole. En wat voor waarschuwing zou erbij staan? ‘Kinderen van Rotterdammers leven korter.’ ‘Rotterdam veroorzaakt ernstige gezondheidsschade.’”

Maar ik schreef ook over Wormmaan, de verontrustende roman waar Mariken Heitman in mei de Librisprijs voor kreeg – uit handen van juryvoorzitter Ahmed Aboutaleb. Prachtig vond ik dat. Troostrijk misschien zelfs.

“Waren er maar meer politici  die kunstenaars op een voetstuk durven zetten. Die het belang van verbeelding zien en durven toegeven dat de werkelijkheid grootser en weidser is dan slogans en partijprogramma’s willen doen geloven.”

Lees hier mijn vierde brief aan Ahmed Aboutaleb (leestijd circa 10 minuten).  Gratis tip: Wormmaan is als e-book én als luisterbuik beschikbaar in de online bibliotheek. En wie meer wil weten over hoe “wij automobilisten” onze steden onleefbaar maken, kan ik het boek Het recht van de snelste van Thalia Verkade en Marco te Brömmelstroet van harte aanbevelen.

Wil je een seintje krijgen bij mijn volgende brief aan Aboutaleb, schrijf je dan in voor mijn nieuwsbrief.

Brief 3: “Hoe haalde u het in uw hoofd?”

Op 17 oktober 2021 maakten duizenden burgers in Rotterdam gebruik van hun grondrecht om te demonstreren tegen het onrechtvaardige Nederlandse woonbeleid. De burgemeester van Rotterdam meende dat de openbare orde in het geding was en liet de politie met grof geweld ingrijpen nog voor er één verkeersbord scheef was geduwd.

Er is veel gezegd en geschreven over deze ernstige misser van Aboutaleb, maar wat mij betreft nog niet genoeg. Vandaag heb ik mijn burgemeester een brief gestuurd om hem te laten weten hoe verontwaardigd ik ben – ook ruim een half jaar na dato nog.

Ook vond ik het nodig Aboutaleb te schrijven over mijn internetverslaving. En ja, er is een verband tussen mijn internetverslaving en het Woonprotest. Volgens mij tenminste wel. Voor wie benieuwd is: de volledige brief is hier te vinden (leestijd circa 10 minuten). Citaat:

“Die immense hoeveelheden politie en dat gemep, die honden en die paarden, die zijn u aan te rekenen, mijnheer Aboutaleb. Bij hooligans die rellen om te rellen: laat het waterkanon maar komen, laat de straten maar schoonspuiten […]. Maar bij een vooraf aangekondigde demonstratie tegen de schending van grondrechten – hoe haalde u het in uw hoofd daar zo’n politiemacht tegenover te stellen en honden en paarden op de demonstranten af te sturen nog voordat er één verkeersbord scheef was geduwd?”

Mijn eerdere brieven aan Ahmed Aboutaleb publiceerde ik als podcast. Het opnemen kostte echter veel tijd en het leverde geen overdreven sprankelende audio op. Ik beraad mij op een andere publicatievorm. Tips zijn welkom.

Wie meer wil weten over de afbraak van het Nederlandse woonbeleid, kan ik het recent verschenen boek Uitgewoond van Cody Hochstenbach van harte aanbevelen.

Wil je een seintje bij een volgende brief aan Aboutaleb? Inschrijven voor mijn nieuwsbrief kan hier.