Voor literaire website Tzum recenseerde ik Schimmen, de nieuwe roman van Fatma Aydemir, over een ontwortelde Turks-Duitse familie.
In opzet is Schimmen een prachtig boek, er gaat een klassieke familie- en migratieroman in schuil. De uitwerking is echter nogal schematisch; in mijn recensie probeer ik duidelijk te maken wat er aan schort. Maar ik kraak ook een harde noot: de vertaling van het boek is niet best. Ik heb getwijfeld of ik daar op in moest gaan. Want wie ben ik om mijn collega-vertalers de maat te nemen?
Als vertalers doen we ons best om aandacht te krijgen voor ons werk. Natuurlijk, alle eer voor de auteur van een boek. Maar het is ook goed als lezers erop gewezen worden dat boeken niet vanzelf in het Nederlands verschijnen. Dat dat mensenwerk is – en waarschijnlijk ook nog een hele tijd blijft. Google translate en consorten zijn handig als je op vakantie bent, maar romans moet je ze echt niet laten vertalen.
We pleiten bij uitgevers voor vermelding van onze naam op boekomslagen, we attenderen media erop als ze de naam van de vertaler vergeten te vermelden. En we roeren ons op sociale media met hashtags als #noemdevertaler en #roemdevertaler. Niet omdat we zo graag in de spotlights willen staan, maar omdat we ons beroep serieus nemen.
Als een vertaler zijn werk goed doet, is het mooi als daar aandacht voor is. Als een vertaler zijn werk niet goed doet, moet dat ook gezegd worden. Wie ik ben om een collega-vertaler te bekritiseren? Een vertaler die zijn vak serieus neemt. Een lezer die het geweldig vindt dat er zoveel boeken vertaald worden, en die het belangrijk vindt dat er kritisch naar de kwaliteit van vertalingen gekeken wordt. Uit liefde voor de literatuur.