De schuld van alles

Als je morgen een winkel moest beginnen, wat voor winkel zou dat dan worden? Een kattencafé? Een koffiebar? Ga je computers verkopen? Tweedehands auto’s? Bouwmaterialen? Financiële adviezen?

In Vertalië heerst enige opwinding door artikelen van Annemart Pilon in vakblad Filter en NRC Handelsblad over de honorering van literair vertalers. Kort samengevat: om hongersnoden in Vertalië te voorkomen, stelden vertalers en uitgevers in 1973 een modelcontract op, met onder meer een minimum woordprijs. Maar inmiddels beschouwen veel uitgevers dat minimum als een globale richtprijs, die ze ook al een jaar of tien niet meer wensen te indexeren.

Worden er nu stakingen afgekondigd? Steken dappere vertalers hun klompen in de productielijnen voor literatuur? Bestormen ze het Malieveld met hun laptops? Zijn de boekwinkels leeg, nu de consumenten er weer voor het eerst zonder afspraak binnen kunnen lopen?

Nee hoor, niets daarvan. Hoe vol de boekwinkels liggen, hoeveel geld de winkeliers nog in kas hadden om hun voorraden aan te vullen, staat nog te bezien. Maar de opwinding in Vertalië beperkt zich tot likes en retweets op social media (‘Goed dat het eens gezegd wordt Annemart!’) en een agressief soort berusting in mailgroepen voor vertalers (‘Zal ik nog eens uitleggen hoe we in 1973 dat normbedrag hadden vastgesteld?’).

We kunnen de uitgevers de schuld van alles geven, en de overheid die ons niet beschermt en niet ruimhartig genoeg steunt ook. Maar we hebben de ellende natuurlijk óók aan onszelf te danken. Als wij vertalers morgen een winkel moeten beginnen, beginnen we een antiquariaat. Liefst een stoffige winkel met zo veel mogelijk boeken en zo weinig mogelijk klanten, bij voorkeur zonder uithangbord aan de gevel. Zodat we lekker veel tijd overhouden voor datgene waar het werkelijk om gaat. Datgene waarmee we al ons hele leven de werkelijkheid op afstand houden: lezen, herlezen en nog eens herlezen.

‘Wat zeg je? Verdient de gemiddelde vertaler met zijn academische opleiding, zijn twintig jaar werkervaring en zijn vijftigurige werkweek minder dan een bijstandsinkomen? Hm, daar zeg je wat. Ja. Ja. Wat? Kijken getalenteerde studenten wel uit om vertaler te worden? Hm, da’s interessant wat je daar zegt. Ja. Zeker. Maar zeg, heb je het nieuwe boek van de schrijfster van Doe het licht uit als het donker wordt al gelezen? Heb je gezien hoe prachtig zij de elliptische bijzin gebruikt? En de puntkomma? Zo mooi! Hè, wat zeg je? Staat er op de deur dat mijn winkel gesloten is? Ja? Oh? Terwijl de winkels eindelijk weer open kunnen? Ja. Ja! Weergaloos toch? Dat vind ik echt. En dat kommagebruik! Fas-ci-ne-rend gewoon!’


Foto door Seth Werkheisercc-by-sa-2.0 | Op de hoogte blijven van mijn blog? Schrijf je in voor de nieuwsbrief.